De nestkast van een echte Trekvogel hangt in de Iepstraat

Gesprek met Jan Jansen, door Rob Weenink

72 jaar is hij al lid en komt nog altijd op de club, een prachtclub vindt hij waarvan iedereen lid moet worden. Zelf gaf hij het goede voorbeeld door zijn kleinzoon meteen bij diens geboorte als lid op te geven. Het enige lid tot dusver van wie op de lidmaatschapspas een  babyfoto staat. Helaas wilde de KNVB er niet aan meewerken dat kleinzoon ook als baby KNVB-lid werd, na diverse interne overlegrondes werd de aanvraag afgewezen.

Als voetballer speelde hij in alle elftallen die je maar kunt bedenken: eerst in jeugdelftallen, dan het Eerste Elftal waar hij 3 jaar in speelde en later bij de senioren. En altijd als een snelle rechtsbuiten die menig doelpunt inleidde maar zelf niet scoorde.  Uiteindelijk maakten knieblessures een eind aan zijn actieve  spelersloopbaan en verruilde hij die voor  bestuursfuncties en elftalbegeleiding ; vooral als commissaris was hij actief, wat betekende : “ van alles en nog wat “.

Jans hart lag en ligt nog steeds bij de jeugd. Hij trainde en begeleidde veel jeugdelftallen. Zijn visie is:  jonge kinderen ( je kunt nu al vanaf 5 jaar lid worden ) wat oefeningen laten doen in dribbelen , de bal plaatsen en een rondje hardlopen maar verder lekker laten spelen. Pas als de spelertjes rond de 10/12 jaar zijn , kun je meer techniek laten oefenen. Wat hem voor ogen stond , was zijn eigen vaardigheden overbrengen op de kinderen en zorgen voor een goeie sfeer en spelplezier in een groep.

Ook vroeger waren er veel toeschouwers bij jeugdwedstrijden en net als nu waren er ouders die zich niet konden beheersen. Zo herinnert Jan zich een moeder die woedend het veld oprende toen haar zoon getackeld werd om verhaal te halen bij de dader. Het Trekvogelbestuur is door de jaren heen altijd fel geweest op commentaar leveren op de scheidsrechter en ouders die staan te mopperen op hun kinderen en zich met de wedstrijdleiding bemoeien.

Jan heeft 12 jaar het eerste elftal begeleid. Je moest als elftalleider steeds voor het invullen van de formulieren voor de scheidsrechter zorgen ( dat gaat nu digitaal ) en  alles rond de wedstrijd organiseren , de trainingen bijwonen, overleggen met de trainer en geld bij elkaar zien te krijgen door sponsors te vinden. Nu is de sponsoring een zaak van de club. Ook wat betreft het eerste was voor Jan de sfeer nummer 1. Dat was niet altijd makkelijk: eens , vlak voor een wedstrijd, ontstond er in de kleedkamer een knokpartij tussen de keeper en een speler. Jan sprong ertussen en door praten lukte het hem beide tot rust te brengen .  Naderhand bleek dat het om een meisje ging.

Naar aanleiding van de avonturen van Achilles uit Groesbeek komen we op het onderwerp: wel of niet betalen van amateurspelers uit de lagere klassen . Trekvogels betaalt uit principe geen spelers . Overigens is betalen financieel niet vol te houden. Jan wijst op het failliet gaan van clubs als St. Jan en Nijmeegse Boys. Ook leidt betalen niet tot meer kwaliteit of inzet .

Toen Jan in 1948 lid werd ( hij was toen 9 jaar en jonger kon je nog geen lid worden) was de club nog overzichtelijk, 4 elftallen maar wel al veel vrijwilligers. Van een jeugdcompetitie was  geen sprake, de jeugd speelde 4 of 5 keer tegen dezelfde clubs bijv. Quick , SCE. Voordat Jan lid kon worden , voetbalde hij vaak met andere jongens op de Hangmat ( tegenwoordig de bebouwing achter Het Molentje )  , een veld dat in de breedte schuin afliep zodat een “ een corner al snel bij de hoekvlag aan de overkant terecht kwam. “ Trainen deed alleen het eerste elftal, meestal werd de training door een eigen speler geleid. De lagere elftallen kregen nauwelijks training. Scheidsrechters werden meestal van het veld geplukt of uit de toeschouwers gehaald. Niet alleen op de Hangmat werd er getraind maar ook op het veld achter de Sterrendans . Jan heeft de trainingen op een veld op het terrein van de Hunnerberg nog meegemaakt. Er werden afspraken met de directeur gemaakt, de spelers moesten alle bezittingen afgeven , door de detectiepoort en op naar het veld.

Trekvogels was destijds een echte arbeidersclub met veel leden uit o.a. het Rooie Dorp. Het was de eerste Nijmeegse club met een door vrijwilligers zelf gebouwd clubhuis  onder leiding van een aantal vakmensen, ook leden, uit de bouw. Het was/is een familieclub met hart voor zijn leden. Als er mensen waren die door omstandigheden de contributie moeilijk konden opbrengen, werd er altijd wel een mooie regeling bedacht. Dat is treffend Trekvogels:  betrokkenheid .

De clubkleding moest je zelf aanschaffen maar gelukkig kon je die met korting aanschaffen bij Van Megen Sport.

Er is wel wat veranderd, de leden konden vroeger bij Trekvogels terecht voor allerlei activiteiten. Jan vertelt dat er op de club 5 dagen carnaval werd gevierd, de kaarten vlogen weg. Ook waren er druk bezochte kaart- en bingoavonden. Tegenwoordig is daar weinig interesse meer voor, alleen de dweildag en de Kwakbergband hebben de tijd weerstaan.

Illustratief is het volgende stukje uit de Wijkkrant van maart 1982:

“ 60 jaar Trekvogels

…….. Naast het voetballen kent de club tal van andere aktiviteiten: bingo-avonden, carnaval  ( er is een eigen carnavalsvereniging “Narrenvogels en een eigen dweilorkest , de Kwakbergband ) Voorts zijn er wekelijks kaartwedstrijden, er is een visconcours en er worden feestavonden georganiseerd. In de wintermaanden legt de jeugd beslag op het kluphuis: er worden dan winterstopspelen georganiseerd. “

Hoewel Jan het jammer vindt dat dat allemaal verleden tijd is, vindt hij het geweldig dat de club groeit ( 1100 leden ) en bloeit : damesvoetbal, veel jeugdleden en de voetbalacademie. Trekvogels en Jan Jansen: onlosmakelijk verbonden, ook mijn kleinzoon van 15 kent hem .

Het erelidmaatschap  “ 75 jaar Trekvogels ” komt dichterbij.

 

De foto ’s zijn ontleend aan het jubileumboek  ‘ Trekvogels 75 jaar in beeld ‘ uit 1997. Met dank aan Ben Jeuken.

 

 

Terug naar Stemmen uit de wijk.