Herinneringen van de heer Hans van Os (1932 – 2011)

vanosDe heer Hans van Os en Nijmegen Oost zijn onafscheidelijk. Zijn hele leven heeft hij doorgebracht in Nijmegen Oost, in de schaduw van de Maria Geboortekerk aan het Mariaplein. Daar woonde hij en daar was in de Dominicanenstraat zijn kledingzaak, later VOTEX geheten: Van Os Textiel. Hij was – samen met zijn vrouw Tineke – vrijwilliger in de kerk, in allerlei functies, en bij de dreigende sluiting van de kerk in 1992 was hij een van de drijvende krachten om de kerk open te houden.
Hans werd in 1932 in de wieg gelegd in de Pater Brugmanstraat. Zijn vader was Johannus H. van Os en zijn moeder Anna van Os – van der Velden.

De dichtstbijzijnde lagere school lag achter de Hertogstraat. Je moest dan een poortje door en daar – op de Jozefhof – lagen drie scholen, bestierd door de broeders van Maastricht. Hij volgde de derde, vierde en vijfde klas in oorlogstijd. Toen Nijmegen in 1944 gebombardeerd werd was hij toevallig thuis. Hij speelde veel op straat, maar in sommige straten mocht hij niet komen. De Van de Havestraat met zijn buurtjes, daar mocht een jongen uit de Pater Brugmanstraat niet gezien worden.
Na de lagere school ging hij naar de gemeentelijke HBS op de Bijleveldsingel en doorliep deze zonder veel problemen. Daarna ging hij naar de Middelbare Detail Handelsschool. In 1950 ging Hans werken als vertegenwoordiger, dat leek hem een leuk beroep met veel vrijheid. Hij kwam in dienst van een textielgroothandel. Zijn taak was langs winkels en bedrijven te gaan om bestellingen op te nemen. Het was na de oorlog, Nederland moest weer worden opgebouwd: Handen uit de mouwen. Er moest geld verdiend worden.

Kledingmagazijn in de Dominicanenstraat.
In 1953 ging hij voor zichzelf werken. Een eigen zaak. Hij specialiseerde zich in kloosterkleding. In Nijmegen waren – in verband met de katholieke universiteit – zo’n 120 verschillende religieuze gemeenschappen, gevestigd in grote herenhuizen of in in de dertiger jaren nieuw gebouwde kloosters. De meeste daarvan waren studiehuizen.
Vanuit zijn magazijn in het souterrain van de Dominicanenstraat 1 bezocht Hans met allerlei staaltjes stof de kloosterkleermakers. De zaken liepen goed want er waren voortdurend nieuwe aanmeldingen in de kloosters. En volgens het gebruik toendertijd liepen de paters, broeders, fraters in kloosterkleding over straat: een zwart-wit habijt voor de paters Dominicanen, een bruine pij voor de Franciscanen, de Jezuïeten droegen een zwarte toog, de Benedictijnen in een grijze kovel, enzovoort.
Er was nog een doelgroep, waar Hans zich op ging richten: In de vijftiger jaren was het gebruikelijk dat je elke zondag in een net pak naar de kerk ging. Hans maakte een showroom met heren- en jongenskleding.
Als katholieke kinderen op 8 jarige leeftijd hun eerste heilige communie deden werd er een “communie-pak” gekocht voor de jongens. Meisjes kregen een mooie witte jurk. Die konden ze bij andere gelegenheden gebruiken, bijvoorbeeld als er vanuit de kerk een processie gehouden werd. Daar liepen jonge meisjes als “bruidjes” in mee. Bij Hans konden de jongens verschillende modellen communiekleding kopen, uiteraard in verschillende prijsklassen.
Ook buiten het klooster was handel: kleermakers hadden mooie stoffen, knopen en fournituren nodig want een respectabele burger liep in de jaren vijftig in een maatpak, dat door een kleermaker was opgemeten en gemaakt. De confectiekleding van C&A, Peek en Kloppenburg, Meddens was aan hen niet besteed. In Nijmegen Oost waren vijf kleermakers, die Hans dan ook bezocht. Het bedrijf groeide, het souterrain in de Dominicusstraat werd te klein. Er kwamen mensen bij in de zaak, er werd een magazijn geopend aan de Weurtseweg. VOTEX bestaat nog steeds, nu gevestigd aan de Hogelandseweg op het industrieterrein.
Na het overlijden van zijn moeder trokken Hans en zijn vrouw in bij zijn vader, weer terug op de Pater Brugmanstraat en daar woont hij nog steeds.
Er kwam tijd vrij om zich met andere zaken te bemoeien

Vakschool voor Mode en Kleding
Naast zijn zorgen voor de zaak ging Hans les geven aan de Vakschool voor Mode en Kleding: “de Marga Klompéschool”, op het Julianaplein (nu het kantoor van o.a. Tandem).
Dat vond hij leuk, met name het vak marketing. Je kan wel een mooie jurk ontwerpen, maar het moet ook verkocht worden. Hij leerde de meiden de kneepjes van het verkopen, een goede babbel hoort er bij. Daarmee bouw je een relatie op met de toekomstige klant. Met zijn connecties in de modewereld kon hij het een en ander doorgeven. Hij was een graag geziene docent op deze school. Hij organiseerde van alles: een modeshow in het teken van het carnaval van Venetië. Hij richtte op school een mini-onderneming op, waar je het vak kon oefenen in de praktijk. De leerlingen moesten wat zien van de wereld: uitstapjes, de blik verruimen. Zo is hij met 60 leerlingen – twee bussen vol – op bezoek gegaan bij de modeontwerper Frans Molenaar in Amsterdam. Die wist even niet wat hem overkwam, maar voor de leerlingen was het een fantastische dag.

Missiecomité en collectantencollege
Hans ging trouw elke zondag naar de kerk, bij de paters Dominicanen op het Mariaplein. Daar werd hem gevraagd of hij mee wilde doen met het missiecomité van de parochie, samen met de heer Bellaert en Mevrouw Geertsen uit de Museum Kamstraat. Er moest geld verzameld worden voor paters in de missie, voor zusters met een ziekenhuis in India, de fraters met een school in Bangladesh. Er was veel geld nodig, en de mensen uit de parochie hadden het zelf ook niet breed. De oorlog had een hoop verwoest. Maar in de missie waren de omstandigheden nog veel erger, dus er kon daarvoor wel een centje vanaf. Met collectes aan de kerkdeur, na een preek van een missiepater of –zuster, en met andere acties (een tombola, een feestavond, een rommelmarkt in de kelder onder de kerk), werd de kas van het missiecomité gevuld en konden de bedragen overgemaakt worden naar het goede doel.
Hans was ook collectant, dat was binnen de parochie een aparte groep: het college van collectanten. Tot ± 1970 had elke parochie zo’n groep. Er waren elke zondag vijf missen, waarin gecollecteerd werd “voor onderhoud van kerk en geestelijkheid” en ook voor bijzondere doelen. Zo’n 30 of 40 mannen waren hiervoor nodig. Van een collectant werd verwacht dat hij in een net pak met de collecteschaal rondging. Misschien heeft Hans zijn collega-collectanten kledingadviezen gegeven? Hans is geruime tijd voorzitter geweest van dit college, hij regelde wanneer iemand aan de beurt was, en ook het jaarlijkse uitje. Het collectanten college van de Maria Geboorte parochie is in januari 2009 opgeheven.

Kerksluiting
In 1992 vertrok pater Jos Beckers, de laatste pater Dominicaan. Er zou geen nieuwe priester komen en het bisdom wilde de Maria Geboortekerk sluiten. Het kerkbezoek was te gering en er waren vier andere katholieke kerken in de wijk. Ook de grote pastorie stond half leeg. Een deel van de pastorie is ooit verhuurd geweest aan het Centrum voor Transcendentale Meditatie – TM, in die tijd een concurrent voor het katholieke geloof. Een comité – waar Hans uiteraard in zat – heeft hemel en aarde bewogen om de kerk open te houden. Er werden allerlei financiële acties, loterijen, enzovoorts georganiseerd, waarbij half Nijmegen ingeschakeld werd. Een van de hoogtepunten was de verloting van een auto. Ook burgemeester Ed d’Hondt verleende medewerking bij hun activiteiten. Zo is er een financiële ondergrond gemaakt voor een doorstart van de parochie. Een religieus instituut uit Frankrijk – de Emmanuelgemeenschap – stuurde jonge priesters, die de pastorie weer bevolken. Daaromheen verzamelde zich in de loop de tijd tal van nieuwe vrijwilligers.
Nu in 2009 is Hans lichamelijk niet meer in staat hand en spandiensten te verrichten, maar zijn blik is nog steeds gericht op de parochie. En als hij bij een wandeling in de buurt komt steekt hij nog altijd een kaarsje aan in de Mariakapel.

Huwelijk
Hans heeft zijn vrouw Tineke leren kennen toen zij in Nijmegen Oost in het protestantse Wilhelmina ziekenhuis werkte – nu Verpleeghuis Margriet. Zij wilde de opleiding voor kinderverpleegkunde halen, en dat kon in 1954 alleen in dit ziekenhuis. Drie katholieke meisjes kregen van het ziekenhuisbestuur toestemming om daar werken. Maar om hen voor het katholieke geloof te behouden werd er een Pater Dominicaan van de pastorie – Pater Schaeffer – ingeschakeld, die regelmatig een gesprekje met hen hield. In het ziekenhuis was het de gewoonte op zondagmorgen in het trappenhuis met alle verpleegsters Psalmen te zingen. Dat was een bijzondere gewaarwording voor een katholiek meisje. Later is Tineke gaan werken in de Maartenskliniek. Hans heeft deze berg menigmaal beklommen voordat hij van haar het jawoord kreeg. Ze hebben samen vier dochters gekregen.

De Gruyter
Op het Mariaplein stond de winkel van De Gruyter.
Het was een kleine maar stijlvolle winkel. De Gruyter bood de service dat ze de boodschappen aan huis bezorgde. Daar was een vaste bezorger, bekend onder de naam Piet. Mevrouw Van Os herinnert zich dat haar dochter op het aanrecht klom als Piet de boodschappen kwam leveren. Ze hielp dan de doos uitpakken. Piet was haar vriend. Wie weet had Piet wel meer vriendinnen in de wijk…? Want in de boodschappendoos zat “het snoepje van de week”, een klein speelgoedje, een fluitje of een autootje, meestal van plastic.
De slagzin van De Gruyter was: “Én betere waar én 10 procent, alleen bij de Gruyter”. Dat van die 10 procent, dat ging zo. Als je bij de kassa betaalde kreeg je een kassabon met het bedrag erop. Die moest je bewaren en als je dan voor 10 gulden bonnen bij elkaar had gespaard, kon je ze inleveren bij de juffrouw aan de kassa. Dan kreeg je zomaar 1 gulden terug.
Het concern is ten onder gegaan in de concurrentie met de opkomende supermarkten.

gruijter

Ten slotte
Op 9 juli 2011 is Hans van Os overleden. Zijn werkzame leven is afgesloten.

Interview, december 2008 Anton van der Meer

Terug naar Stemmen uit de Wijk.